Franciscus van Assisi
Franciscus, waarom loopt iedereen achter jou aan? Hoe komt dat toch?
Je bent niet groot van stuk; je bent niet mooi en je bent niet geleerd.
Toch loopt heel de wereld achter je aan.
Hoe krijg je dat voor elkaar?…..
Dat vraagt Broeder Masseo, een van zijn eerste mannen die met Franciscus meetrekt. Op zwerftocht door Italië, in de dertiende eeuw. Dat vragen mensen van vandaag! Waarom voelen zoveel mensen zich aangetrokken door die kleine arme man uit Assisi? Wat heeft hij waardoor bij zoveel mensen een tere snaar wordt geraakt? We gaan op zoek naar een antwoord.
Als de naam Franciscus valt, denken veel mensen meteen aan de natuur en het milieu. Ze weten dat Franciscus een bijzondere verhouding heeft tot alles wat leeft. Dat hij spreekt met vogels, de wilde wolf tam maakt. Dat hij de zon en de maan zijn broer en zus weet. Dat hij zingt met alles wat leeft en de Schepper dankt.
Dat raakt ons.
Het is een grote behoefte in onze tijd om op een andere, meer verbonden manier om te gaan met de natuur. Om alles wat leeft in zijn eigen waarde te gaan zien. Maar er is heel wat gebeurd vóór de vogels naar hem bleven luisteren. Hij heeft heel wat doorgemaakt vóór de wolf zich aan zijn voeten legde. Franciscus heeft eerst zelf moeten leren luisteren. Hij heeft eerste zichzelf moeten temmen.
Van het paard afgekomen….
Franciscus is nog maar net twintig jaar als hij zijn grote avontuur begint. Hij wil het helemaal gaan maken. Maar keer op keer stoot hij zijn neus. Nee, hij is niet in de wieg gelegd om het rijkeluiszoontje uit te hangen. En dat had goed gekund. Zijn vader had geld, was een succesvol lakenkoopman. Het is niet zijn bestemming om roem te verwerven op het slagveld, hoewel hij probeerde ridder te worden door dapper te zijn in de oorlog. Nee, hij moet van zijn paard afkomen, met beide voeten op de grond. Dan kan hij God ontmoeten als hij een melaatse omhelst. Stap voor stap wordt hij door het leven gekneed tot hij rijp is om te verstaan wat hij wel moet doen. Hij leidt dan al het leven van een religieuze zwerver. Hij heeft gebroken met zijn familie en wil alleen nog maar leven voor wat voor hem het allerbelangrijkste is. En voor Franciscus is dat God.
Maar hoe doe je dat: leven voor God?
Het is het vroege voorjaar van 1209. Zijn zoektocht duurt nu al vijf jaar. Een paar vrienden zijn met hem mee gaan doen. Zij wonen een viering bij in een kerkje. De lezing uit het Evangelie vertelt hoe Jezus zijn leerlingen erop uit stuurt. Zij moeten de hele wereld de liefde van God gaan vertellen.
En dan zegt Jezus: ‘Je hebt alles wat je bent en wat je hebt voor niets ontvangen, je moet het ook voor niets weggeven. Weersta de neiging om je portemonnee te vullen. En wees tevreden met één rugzak, met één stel kleren. Doe geen schoenen aan je voeten en neem geen stok mee om op te steunen. Vertrouw erop dat de mensen voor je zorgen. Als boodschapper van het Evangelie ben je dat waard.’
Deze woorden raken Franciscus in het hart. Precies, dit is het wat hij zoekt: leven vanuit de liefde van God. Maar dan ook helemaal! Zonder bezit. Want als je in de dingen een houvast zoekt, raak je je houvast in God kwijt.
Jezus leren kennen….
Franciscus vindt zijn doel in een radicale keuze voor het leven zonder bezit. Hij houdt daarbij steeds Jezus voor ogen. Is de grote roemrijke God, de Schepper van hemel en aarde, niet klein en arm geworden in Jezus? Hij is zielsveel gaan houden van Jezus. Steeds weer overdenkt hij het leven van Jezus.
Door Jezus te leren kennen leer je God kennen. Hij roept de mensen op om de liefde van God met liefde te beantwoorden. Steeds weer voelt hij in hart en ziel na wat Jezus voor ons gedaan en geleden heeft. Hij preekt voor de mensen over de liefde van God en spoort hen aan: ‘alles is gave van God, deel wat je hebt met de armen, sluit je niet op in je bezit. Het is allemaal gave, het is allemaal genade. Geef het terug aan God, geef het terug aan Zijn armen’.
En hij noemt de mannen die zich bij hem aansluiten: minderbroeders, broeders van alle schepselen en minderen, want ze hebben niets!. Ook vrouwen willen meedoen met zijn evangelisch leven. Clara is de eerste. Zij en Franciscus hebben een bijzondere liefde voor elkaar. Clara wordt zijn radicaalste volgeling. Van haar kant heeft zij Franciscus het meest geholpen om zijn diepste verlangens te verhelderen en te verdiepen.
Ruimte maken voor God….
Franciscus leeft en preekt en bidt. En door zijn radicale armoede kon hij steeds meer ruimte maken voor God. Dat ging niet vanzelf. Keer op keer steekt zijn ego weer de kop op en wil hij zijn leven weer in eigen hand nemen. Jaloers stelt hij vast dat andere schepselen de Schepper veel beter dienen en danken door helemaal te zijn die ze zijn. Alleen wij mensen moeten dat heel moeizaam leren.
Steeds weer moet Franciscus leren zich over te geven aan de Allerhoogste, aan God. Maar hij gaat die weg, vastberaden. Vaak zingend van blijdschap, samen met zijn broeders. Soms in eenzaamheid met pijn en onzekerheid.
Franciscus heeft alles op willen ruimen wat hem afhoudt van God. En daarmee heeft hij ook alles opgeruimd wat ons mensen scheidt van elkaar en van de andere levende wezens. Daarom kan het gebeuren dat hij op een goede dag merkt dat de vogels niet meer voor hem wegvliegen. Dat zij naar hem luisteren, zoals hij eerder naar hen had geluisterd tijdens zijn zoektocht. Zo kan het gebeuren dat hij de wolf verzoent met de mensen, omdat hij de wolf in zijn eigen hart heeft getemd.
Hij daalt zo diep af in het geheim van het leven dat hij de bron bereikt. Daar ervaart hij de liefde waaruit alles bestaat, dat alles liefde is, dat God en mens en schepping niet van elkaar gescheiden zijn. Daar, op die diepte breekt een ongebroken wereld open. Franciscus bezingt die wereld in een lied, het Loflied van de Schepselen, ook wel Zonnelied genoemd.
‘Waarom, Franciscus, lopen de mensen je achterna?’, vraagt Broeder Masseo. Dat zal ik je vertellen, zegt Franciscus. ‘Dat komt omdat de mensen zien dat wat ik doe niet van mezelf komt. Omdat ze zien dat het God is die in mij werkt. Daarom lopen de mensen me achterna!’
Als Franciscus sterft, ligt hij naakt op de aarde;
de leeuweriken zongen; hij had duizenden volgelingen.
De belangrijkste gebeurtenissen op een rijtje….
1182 | Franciscus wordt geboren in Assisi |
1202 | Hij trekt mee ten strijde tegen Perugia |
1203 | Franciscus wordt krijgsgevangen; zijn vader koopt hem vrij en lange tijd ligt hij ziek thuis |
1204 | Een ontmoeting met een melaatse wordt van beslissend belang |
1209 | Hij hoort het Evangelie van de uitzending van de apostelen en herkent hierin het levensprogramma waarnaar hij op zoek was |
1212 | Clara volgt Franciscus |
1219 | Franciscus gaat met een kruistocht mee, maar ongewapend. Zo bezoekt hij de sultan |
1220 | Zo’n 5000 broeders aanvaarden de Leefregel van Franciscus |
1224 | Op de berg La Verna ontvangt Franciscus de wondtekenen van Jezus in zijn eigen lichaam (de zogenaamde Stigmatisatie) |
1226 | Franciscus sterft op 3 oktober vlakbij Assisi |
1228 | Paus Gregorius IX verklaart Franciscus heilig |