Geschiedenis
NEDERLANDSE ORDESPROVINCIE ST. WILLIBRORD
Kort overzicht van de geschiedenis van de Minderbroeders Conventuelen in de Noordelijke Nederlanden tot aan het ontstaan van de Nederlandse Ordesprovincie St.Willibrord.
Reeds in 1228, vijf jaar na de goedkeuring van onze Ordesregel door Paus Honorius III, kwamen onze Ordesbroeders in het gebied van het huidige Nederland. Het eerste klooster in onze streken werd 1228 te ’s Hertogenbosch gesticht. In korte tijd ontstonden veel stichtingen:
’s Hertogenbosch | 1228 | Custodie Holland |
Utrecht | 1240 | Custodie Holland |
Middelburg | 1240 | Custodie Holland |
Dordrecht | 1250 | Custodie Holland |
Zierikzee | 1270 | Custodie Holland |
Amsterdam | 1304 | Custodie Holland |
Groningen | 1253 | Custodie Deventer |
Bolsward | 1270 | Custodie Deventer |
Harderwijk | 1290 | Custodie Deventer |
Kampen | 1300 | Custodie Deventer |
Deventer | 1312 | Custodie Deventer |
Maastricht | 1234 | Custodie Brabant |
Roermond | 1308 | Custodie Keulen |
Hoewel het aantal kloosters, ondergebracht in vier Custodiën, tamelijk groot was en er veel broeders woonden, vormden zij niet een afzonderlijke Provincie van de Orde, maar maakten deel uit van de Keulse Ordesprovincie.
In de 15e en 16e eeuw werden de kloosters in de Noordelijke Nederlanden de Orde ontnomen, het laatst in 1569 en 1570 de kloosters van Deventer, Harderwijk en Roermond.
De huidige kloosters en huizen van onze broeders in Nederland hebben derhalve geen directe band met onze kloosters uit de Middeleeuwen, maar met de Luikse St. Hubertusprovincie, aanvankelijk een Custodie van de Franse Ordesprovincie, maar in 1558 tot zelfstandige Provincie verheven.
De Franse Provincie was de eerste Provincie ten noorden van de Alpen en de tweede van de Orde. Reeds in 1224 – het jaar waarin St. Franciscus de stigmata ontving – waren onze broeders in Namen gekomen. Zij werden in 1227 door Zijne Excellentie Mgr. Jean d’Appe, bisschop van Luik, in deze stad uitgenodigd. Naar die stad werd de Franse Custodie genoemd, welke in 1558 tot Provincie werd verheven. De eerste Minister Provinciaal was Joannes de Rupefort en de laatste Minister Provinciaal vóór de opheffing van alle kloosters onder het geweld van de Franse Revolutie was Joannes Varnier. Na bijna 250 jaar verdween de eerste Luikse Ordesprovincie.
Op uitnodiging van Zijne Eminentie Kardinaal Engelbertus Sterckx, Aartsbisschop van Mechelen, vestigden onze medebroeders uit Italië zich in 1842 wederom in de beide Nederlanden, eerst in de stad Halle, een zeer bekend Mariaheiligdom, in 1854 in Urmond, in 1862 in Brussel en in 1872 in Leuven. De kloosters in België en Nederland vormden een Custodie van de Provincia Argentina (St.Elisabeth).
Op 20 januari 1872 werd deze Custodie een Generaal Commissariaat en werd pater Laurent de eerste Commissaris Generaal. 19 maart 1892 werd dit Commissariaat officieel tot de herstelde Luikse Ordesprovincie verheven. Pater Hyacinth Intholt werd als Provinciaal benoemd.
Tegen het einde van de 19e eeuw had de herstelde St. Hubertusprovincie vier kloosters in het huidige België en één in Nederland. Tussen 1915 en 1930 werden verschillende kloosters en huizen van onze Orde in Nederland opgericht.
Het Album Generale van de Orde, noemt in de editie van 2005 de volgende vestigingen in de Nederlandse Provincie:
Hoensbroek-Mariarade | 1915 |
Treebeek | 1920 |
Kaalheide | 1922 |
Wijnandsrade | 1928 |
Nunspeet | 1928/1929 |
Amsterdam | 1930 |
Uit documenten in het provinciearchief blijkt dat reeds in 1926 het verlangen bestond tot een deling van de Provincie in een Nederlandse Provincie en een Belgische Provincie. Dit verlangen heeft Vittorio Costantini, Minister Generaal ingewilligd (1954).
In een brief van deze Minister Generaal dd. 15 okt.1954 worden de volgende belangrijke punten met betrekking tot de Nederlandse Provincie aangeduid:
“Krachtens een Apostolisch Rescript (nr: 5809/54, 23 augustus 1954) van de Congregatie van de Religieuzen, richten wij 4 oktober van één Ordesprovincie er twee op, namelijk de Luikse Provincie van St. Hubertus en de Nederlandse Provincie van St. Willibrord. Tot de Provincie van St. Willibrord behoren de volgende kloosters of huizen: Urmond, Wijnandsrade, Amsterdam, Treebeek, Kaalheide, Mariarade, Nunspeet en Java. Hoewel het klooster te Kessenich tot de Luikse Provincie behoort, wordt dit voor de duur van tien jaar bestemd tot gebruik van de Nederlandse Provincie. In dit klooster wordt een noviciaatshuis opgericht voor de beide Provincies”.
Op 14 oktober 1954 benoemde de Minister Generaal na beraad en met toestemming van het Generaal Definitorium Willibrordus Lendemeijer tot Commissaris Generaal van de Nederlandse Provincie St. Willibrord.
Dit besluit had kracht van wet vanaf 15 oktober 1954 volgens de normen van het recht. Hiermee was het ontstaan van de Nederlandse St. Willibrordprovincie een feit geworden. Het Album Generale van 2000 noemt de volgende vestigingen in de Nederlandse Provincie:
Amsterdam: convent St. Paulus sinds 1975, als voorzetting van het convent St. Stephanus, opgericht in 1930. |
Beek: Provincialaat en convent St. Joseph opgericht in 1981, als voorzetting van klooster St. Joseph te Urmond opgericht in 1854 |
Brunssum-Treebeek: convent St. Barbara opgericht in 1920. |
Hoensbroek-Mariarade: convent H. Hart van Jesus opgericht in 1914 |
Nunspeet: convent St. Franciscus van Assisië opgericht in 1928 |
Valkenswaard: convent Franciscus van Assisië opgericht in 1993 |
Nakskov: convent St. Franciscus van Assisië |